actie en interactie met je publiek

“Als er nog vragen zijn, dan kunnen jullie die nu stellen.”

Herken je deze zin?

Eén van de meest typische afsluitzinnen die er bestaan.

Vaak gaat dit gepaard met en gigantisch groot, al dan niet bewegend, vraagteken op het projectiescherm.

 

???????????

En dan wordt er gewacht.

Heel even maar.

De spreker heeft een hoopvolle blik in de ogen en kijkt de zaal rond.

Hopend op een prangende vraag of wensend dat die er niet zal komen.

De luisteraars blijven star voor zich uit staren,

schuifelen wat op hun stoel,

zijn druk aan het schrijven (of doen alsof).

En dan…

is het moment voorbij.

De spreker bedankt voor de aandacht.

De luisteraars veren recht (al dan niet vooraf gegaan door een kort applausje),

beginnen druk te praten en begeven zich naar de uitgang.

 

Misschien ben jij de spreker die opgelucht ademhaalt.

En denk je: Oef!

  • Ik werd niet onderbroken.
  • Ik heb alles kunnen zeggen wat ik wou zeggen.
  • Er werden geen (vervelende) vragen gesteld.

Kortom: Alles is goed verlopen!

 

Of misschien knaagt er iets.

Je bent toch niet helemaal tevreden over de presentatie of het optreden, want:

  • Het leek alsof je tegen een muur sprak.
  • Alsof er niemand echt luisterde.
  • Alsof wat je vertelde niet interessant genoeg was.
  • Alsof je het niet goed gedaan hebt.

 

We zijn Belgen, het zit in ons DNA

Als ik zelf een presentatie geef, laat ik het publiek de ruimte om me te onderbreken als er vragen zijn.

Het verlangend smeken om een vraag op het einde van een presentatie lijkt me niet zo’n leuk moment.

Toch kan het soms niet anders. Als je tijd beperkt is bijvoorbeeld.

Als luisteraar vind ik het zelf niet altijd evident om vanuit een luisterpositie plots naar een spreekpositie over te gaan.

Ook de lichte dwang die je voelt om een vraag te verzinnen, die bij voorkeur getuigt van een zeker intelligentie,

geeft me de kriebels

Maar.. hoe komt het toch dat een (Belgisch) publiek zo passief lijkt?

 

Om even de vergelijking met ons Noorderburen te maken: zij houden geen blad voor de mond,

steken vaak hun hand niet op en reageren heel direct.

(I know, ik ga kort door de bocht en scheer Nederlanders allemaal over dezelfde kam.)

 

Wij Belgen (en geldt dit niet voor jou, omdat je Nederlands bent, leer dan nu bij)

 

  • zijn eerder gereserveerd en teruggetrokken van aard.
  • We kijken de kat uit de boom.
  • We denken er het onze van en reageren pas eens alles wat bezonken is.
  • We wikken en wegen onze woorden,
  • en zijn nog net iets meer begaan met hoe we overkomen (lees: houden er niet van als alle blikken op ons gericht zijn).

Oké, ik weet het, nu omschrijf ik het clichébeeld van de typische Belg.

Er zijn uiteraard uitzonderingen.

Toch lijkt een Belgisch publiek veel moeilijker tot actie, interactie en vragen stellen te verleiden.

 

Je kunt het met facebook vergelijken. Met miljoenen zijn we erop aanwezig.

Je hebt de likers of dislikers,

de commentatoren en critici die hun mening graag delen,

maar er zijn ook de watchers en scrollers.

Dat zijn die mensen die er wel zijn, maar nooit of amper reageren.

En zij zijn met veel, die ‘sneaky’ kijkers. Met heel veel.

 

Zo is het ook in een publiek:

Je hebt de grote massa die aanwezig is, kijkt, luistert en misschien wel nadenkt.

En dan is er, als je geluk hebt, die ene enkeling die reageert.

 

Dat geldt trouwens ook bij optredens.

Bij onbekende artiesten of bands zal slechts een kleine groep aanwezigen dansen of meezingen.

 

Het lijkt een hele klus om een publiek in beweging te brengen.

 

Moeilijk maar niet onmogelijk…

Onder het motto: “Niets is onmogelijk”, gooi ik even de bal in het kamp van de spreker of zanger.

Wil je veel interactie, vragen, dansers of meezingers?

Ga dan met voorbedachte rade te werk.

Zorg ervoor dat een publiek de kans niet krijgt om lang in luistermodus te blijven zitten.

Luistermodus werkt namelijk verdovend. Je raakt er maar moeilijk uit.

 

Als zanger kan je bijvoorbeeld

  • enkele herkenbare nummers of intro’s verwerken in je playlist
  • een battle aangaan tussen 2 of verschillende groepen uit je publiek,
  • een publiek aansporen om met lalala, oeoeoeoe of aaaaaa mee te zingen.

 

Als spreker kan je bijvoorbeeld

  • interesse tonen in je publiek,
  • al van bij het begin vragen stellen,
  • of opdrachten laten uitvoeren.

 

Weet ook dat mensen kuddebeesten zijn.

Als één persoon een vraag stelt, reageert of danst, volgen er vaak nog.

Wat hiervoor vaak gedaan wordt tijdens events, is dat er een stroman in het publiek geplaatst wordt.

Vaak is dit iemand van de organisatie zelf, die op voorhand al enkele vragen bedacht.

 

Tja, soms moet je de inhoud van je trukendoos inzetten om het leuk en interactief te houden.

 

Hier kan je een deel van mijn trukendoos terugvinden. Je vindt er zelfs een extraatje vol waardevolle tips, om je presentatie actiever te maken, dat ik alleen met de lezers van het blogartikel deel. ssssht! 😉

Gerelateerde items

Over de auteur

Julie Tamsin

Julie Tamsin studeerde in 2006 af als logopediste aan de Arteveldehogeschool te Gent. Ze volgde de postgraduaatopleiding Stem aan de Thomas More hogeschool in Antwerpen.

Nog steeds volgt ze opleidingen, cursussen en symposia met als thema’s de spreek – of zangstem. In 2012 richtte ze haar eigen logopedische praktijk op waarin ze mensen met stemproblemen begeleidde.

Met Spreek & Zing coacht ze mensen die van zich willen laten horen door klaar en duidelijk te spreken of de pannen van het dak te zingen.